Verklaring van de EU-alliantie voor investeren in kinderen over het actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten
Op donderdag 4 maart presenteerde de Europese Commissie het Actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten. De EU Alliantie voor Investeren in Kinderen is ervan overtuigd dat: een sterk sociaal Europa moet beginnen met te investeren in zijn kinderen.
Daarom verwelkomt de EU-alliantie de krachtige verwijzing van de Europese Commissie naar de vermindering van kinderarmoede en de vaststelling van het EU-armoededoel en het subdoel ervan met als doel tegen 5 ten minste 2030 miljoen kinderen uit de armoede in de EU te halen. We zijn het volledig eens met de Europese Commissie dat het terugdringen van kinderarmoede een voorwaarde is om kinderen gelijke toegang tot kansen te geven en zal bijdragen aan het doorbreken van de intergenerationele cyclus van armoede en sociale uitsluiting.
Bovendien verwelkomt de EU-alliantie de verwijzing naar het belang van de toegang van kinderen tot diensten, zoals de toegang van kinderen tot kwaliteitsonderwijs en onderwijs en opvang voor jonge kinderen (OOJK), die hen in staat zullen stellen al op jonge leeftijd hun volledige potentieel te bereiken, terwijl hun ouders ondersteunen om werk en gezinsleven beter te combineren. Met name de hernieuwde Barcelona-doelstellingen die in 2022 moeten worden gelanceerd, moeten de EU-lidstaten een nieuw duwtje in de rug geven om ervoor te zorgen dat meer kinderen gelijkelijk deelnemen aan onderwijs en opvang voor jonge kinderen, en dat is ook volledig inclusief voor kinderen met een handicap.
We hebben er vertrouwen in dat de komende aanbeveling van de Raad voor de Kindergarantie, evenals de aanbeveling van de Raad over hoogwaardige systemen voor voor- en vroegschoolse educatie en opvang, de aanbeveling van de Raad over de gelijkheid, inclusie en participatie van de Roma, de strategie inzake de rechten van personen met een handicap en de Europese Het actieplan van de Commissie inzake integratie en inclusie zal – indien adequaat gefinancierd met EU- en nationale middelen – niet alleen de verwezenlijking van de kinderarmoededoelstelling ondersteunen, maar kan deze ook overtreffen.
Met deze verklaring doet de EU-alliantie aanbevelingen ter versterking van het actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten en roept zij op:
– EU-lidstaten om nationale doelstellingen vast te stellen die de EU-doelstelling om tegen 5 ten minste 2030 miljoen kinderen uit de armoede te halen, zullen overtreffen.
De EU-doelstelling is een essentiële start in de strijd tegen kinder- en gezinsarmoede; het geeft een duidelijk signaal af dat het terugdringen van kinderarmoede en de rechten van kinderen die opgroeien in armoede en sociale uitsluiting centraal moeten staan in de activiteiten van de lidstaten om de Europese pijler van sociale rechten te verwezenlijken.
Zelfs vóór de COVID-19-pandemie waren de cijfers voor kinderarmoede al hoog. De pandemie en de sociaal-economische gevolgen die het heeft veroorzaakt, zullen de armoede de komende jaren alleen maar doen toenemen, en gezinnen met kinderen zullen zeer waarschijnlijk een van de groepen zijn die onevenredig worden getroffen.
Tegelijkertijd hebben de EU en haar EU-lidstaten zich ertoe verbonden de Agenda 2030 van de VN en de bijbehorende doelstellingen uit te voeren. Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling 1 is gericht op het uitroeien van extreme armoede en het halveren van kinderarmoede in al haar dimensies tegen 2030.
Vóór de COVID-19-pandemie waren er 22.5%, of ongeveer 18 miljoen kinderen die opgroeiden met het risico op armoede of sociale uitsluiting in de EU-27. Als de EU de doelstelling van de VN-agenda voor 2030 voor de vermindering van kinderarmoede wil halen, moeten we ernaar streven dat tegen die tijd ten minste 9 miljoen kinderen uit de armoede worden gehaald.
Daarom roepen we de EU-lidstaten op om hoger te mikken en nationale doelen te stellen die verder gaan dan de EU-doelstelling, rekening houdend met de impact van COVID-19 en hun inzet om de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling te implementeren.
Het actieplan bevat ook een belangrijke doelstelling inzake werkgelegenheid, dat ervoor moet zorgen dat tegen 78 ten minste 20% van de bevolking van 64 tot 2030 jaar aan het werk is. We juichen dit verzoek positief toe, dat het potentieel heeft om de strijd tegen armoede te versterken en de economische omstandigheden van ouders en verzorgers te verbeteren. Aan de andere kant moet worden opgemerkt dat armoedebestrijdingsbeleid niet alleen kan worden teruggebracht tot werkgelegenheidsbeleid. Daarom moet de doelstelling van kinderarmoede een prioriteit blijven voor de Unie.
– De Europese Commissie en de Raad van de EU om uitgesplitste indicatoren vast te stellen voor die kinderen en hun families in kwetsbare situaties.
De herziening van het sociaal scorebord is een bijzonder goede stap vooruit om de bestrijding van kinderarmoede efficiënter te monitoren. De EU-alliantie verwelkomt de nieuwe hoofdindicator voor armoederisico of uitsluiting voor kinderen (0-17). Het verwelkomt ook de voortdurende aandacht voor de toegang van kinderen tot formele kinderopvang. De Alliantie is ook blij met de versterkte secundaire indicatoren, met name die met betrekking tot kinderen in de leeftijd van drie tot de verplichte basisschoolleeftijd in de formele kinderopvang en die met betrekking tot de uitgaven van de lidstaten voor sociale bescherming, onderwijs en gezondheidszorg. We moeten echter ook opmerken dat uitgavencijfers niet altijd betekenen dat kinderen, en vooral degenen in de meest kwetsbare situaties, zullen profiteren of dat de dienstverlening alomvattend en van goede kwaliteit zal zijn.
Daarom beveelt de EU Alliantie ook aan dat de Europese Commissie, in samenwerking met het Comité voor sociale bescherming en het Comité voor de werkgelegenheid, de secundaire indicatoren, zoals opgenomen in BIJLAGE 2 van het actieplan, verder ontwikkelt. De secundaire indicatoren zullen helpen om een grondiger beoordeling te geven in het Europees Semester en om te beslissen over de investeringsprioriteiten in nationale maar ook regionale contexten. Alle relevante indicatoren moeten worden uitgesplitst om rekening te houden met degenen in de meest kwetsbare situaties, waarbij de nadruk ligt op de doelgroepen die zijn geïdentificeerd in de haalbaarheidsstudie van de kindergarantie, zoals kinderen die in precaire gezinssituaties leven, kinderen die opgroeien in inkomensarmen en eenoudergezinnen , kinderen die in gesegregeerde gebieden wonen, dakloze kinderen, Roma-kinderen, kinderen in alternatieve zorg, inclusief kinderen die in instellingen verblijven, migrerende kinderen, kinderen met een handicap en andere ondersteuningsbehoeften.
Bovendien moeten alle relevante indicatoren worden uitgesplitst om beter af te stemmen op de gebieden die door de komende kindergarantie worden geïdentificeerd. De EU-instellingen zouden intensief moeten werken om ervoor te zorgen dat deze indicatoren ook worden opgenomen in de aanbeveling van de Raad voor de Kindergarantie.
Bovendien moeten de EU-lidstaten verschillende en specifieke indicatoren opstellen die op holistische wijze alle beginselen van de sociale pijler bestrijken.
Op deze manier zal het mogelijk zijn om uitgebreidere en uitgesplitste gegevens te verstrekken over de veelzijdige dimensies met betrekking tot kinderen en hun gezinnen, die leiden tot armoede en sociale uitsluiting.
Het EU-alliantie staat klaar om de Europese Commissie en de Raad bij hun werk te ondersteunen.
– EU-lidstaten om de samenwerking met het maatschappelijk middenveld concreter te ondersteunen en de nationale, regionale en lokale burgerdialoog te versterken. lidstaten om ervoor te zorgen dat kinderen, gezinnen, verzorgers, en zorg- en ondersteuningsprofessionals zullen bij deze processen zinvol worden geraadpleegd.
Het actieplan benadrukt terecht de centrale rol van belanghebbenden, waaronder maatschappelijke organisaties, bij de uitvoering van de sociale pijler. Hoewel het belang van het versterken van de processen van de sociale dialoog wordt genoemd, wordt het belang van het versterken van de processen van de civiele dialoog niet voldoende erkend in het actieplan. Actoren uit het maatschappelijk middenveld, met inbegrip van zorg- en ondersteuningsdiensten, zijn de belangrijkste gesprekspartners van kinderen en gezinnen die in armoede en sociale uitsluiting dreigen en worden bedreigd. Daarom roepen we de lidstaten op om ervoor te zorgen dat alle belanghebbenden volledig deelnemen aan alle stappen die verband houden met de uitvoering, monitoring en evaluatie van het actieplan voor de sociale pijler.
Wij zijn van mening dat de participatie van kinderen, ouders, verzorgers en zorg- en ondersteuningsdiensten bij de implementatie van de sociale pijler essentieel zal zijn. Bijgevolg moeten de EU-lidstaten zorgen voor hun zinvolle deelname en structuren ontwikkelen die hun betrokkenheid bij de uitvoering, monitoring en evaluatie van alle activiteiten in verband met het actieplan en de aanbeveling van de Raad voor de Kindergarantie zullen ondersteunen. Er moet met name aandacht worden besteed aan de participatie van kinderen en gezinnen, van sociaal uitgesloten en gemarginaliseerde groepen die te maken hebben met structurele ongelijkheden op het gebied van sociale, economische en politieke participatie, evenals kinderen en gezinnen die te maken hebben met armoede en sociale uitsluiting, en maatschappelijke organisaties die hen vertegenwoordigen.
voetnoten
Europese Commissie, Het actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten, Maart 2021
Gemiddeld heeft de EU het Barcelona-streefcijfer van 2002 van 33% van de kinderen onder de 3 jaar in onderwijs en opvang voor jonge kinderen gehaald (35.5% op EU-27-niveau in 2019) en het streefcijfer van 90% van de kinderen van 3 naar het basisonderwijs leerplichtige leeftijd (90% op EU-27-niveau in 2019). In 2022 zal de EU een herziening van de doelstellingen van Barcelona presenteren
Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties, doelstellingen van doelstelling 1
Eurostat, Kinderen met een risico op armoede of sociale uitsluiting – Verenigd Koninkrijk uitgesloten
Europese Commissie, Haalbaarheidsstudie voor een kindergarantie, 2019
Toegang tot gratis onderwijs, onderwijs en opvang voor jonge kinderen, gezondheidszorg, adequate voeding en fatsoenlijke huisvesting.
Endnote
De EU-alliantie voor investeren in kinderen pleit sinds 2014 voor een multidimensionale, op rechten gebaseerde benadering om kinderarmoede aan te pakken en het welzijn van kinderen te bevorderen.
Deze verklaring werd onderschreven door de volgende partnerorganisaties van de EU Alliance for Investing in Children:
– Alliance for Childhood Europese netwerkgroep
– ATD Quart Monde
- Caritas Europa
– COFACE Families Europa
– Don Bosco Internationaal
– Dynamo International – Straathoekwerkersnetwerk
– ERGO-netwerk
– Eurokind
– Eurodiaconie
– EuroHealthNet
– Europese vereniging van dienstverleners voor personen met een handicap – EASPD
– Europees netwerk voor armoedebestrijding – EAPN
– Europese Federatie van nationale organisaties die werken met daklozen – FEANTSA
– Europese Oudervereniging
– Europese Alliantie voor de volksgezondheid – EPHA
– Europees sociaal netwerk – ESN
– Inclusie Europa
– Platform voor levenslang leren
– Lumos
– Geestelijke gezondheid Europa
-Maak moeders belangrijk
– Platform voor Internationale Samenwerking inzake migranten zonder papieren (PICUM)
– Roma Onderwijsfonds
– Red de kinderen
– SOS Kinderdorpen Internationaal.