Op maandag 29 maart maakte Caroline Costongs, directeur van EuroHealthNet, de volgende opmerkingen tijdens een openbare hoorzitting van het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) over 'bouwen aan een Europese gezondheidsunie'.


EuroHealthNet brengt nationale volksgezondheidsinstituten en regionale gezondheidsautoriteiten samen, die werken aan gezondheidsbevordering, ziektepreventie en het aanpakken van gezondheidsverschillen.

We verwelkomen de voorstellen van de Commissie over een Europese gezondheidsunie – ze kunnen leiden tot een beter beheer en paraatheid van gezondheidscrisissen. Echter, onze overkoepelende bezorgdheid is dat voorstellen vooral worden ontwikkeld vanuit een biomedisch perspectief, en niet voldoende incorporeren psychosociale maatregelen.

De COVID-19-pandemie kan worden beschouwd als een syndemisch. Dit betekent dat de ernst van COVID-19 wordt vergroot door: bestaande niet-overdraagbare ziekten (diabetes, obesitas etc) en door bestaande ongelijkheden. Uit recente gegevens uit Nederland blijkt dat 20% van de bevolking aan de onderkant van de sociale gradiënt 3 keer hoger risico om te overlijden van COVID-19 dan de hoogste 20%. Dit soort gegevens zullen ook in andere lidstaten opduiken. Het pakket van de Europese Gezondheidsunie moet een antwoord bieden op dit onrecht.

Gelukkig gaat het EESC-advies in op een aantal van deze kwesties, waarbij wordt verwezen naar gezondheidsverschillen.

Er kunnen echter op meerdere gebieden versterkingen worden aangebracht. Ik noem er drie:

  • Geestelijke gezondheid – Geestelijke gezondheidsdiensten maken deel uit van gezondheidsdiensten, maar zijn grotendeels onzichtbaar in alle plannen. Geestelijke gezondheidsproblemen waren al een van de belangrijkste oorzaken van lijden en invaliditeit in de EU. Ze zijn verergerd tijdens COVID-19. Er is een toename van eenzaamheid, angst en stress, vooral onder jongeren. De geestelijke gezondheidszorg heeft te weinig middelen en heeft het moeilijk, er zijn lange wachtlijsten, dit mag niet worden genegeerd. Investeringen in stelsels en maatregelen voor geestelijke gezondheidszorg moeten deel uitmaken van elk crisispakket.
  • Geslacht – vrouwen vormen de meerderheid van de eerstelijnswerkers. Ze worden geconfronteerd met een hogere blootstelling aan het virus. De gezondheid van vrouwen en de geestelijke gezondheid worden ook vaker op de proef gesteld door: baanonzekerheid, armoede, de toegenomen last van informele arbeid, huiselijk geweld en verminderde toegang tot diensten. Geslacht is belangrijk om te beschouwen als een horizontale factor. Gendergebaseerde oplossingen zijn cruciaal voor een beter en eerlijker herstel.
  • Digitale uitsluiting en digitale gezondheidsvaardigheden – De pandemie heeft de digitale transformatie duidelijk versneld. Veel gezondheidsdiensten bieden telegezondheidsmaatregelen en online oplossingen. Er is echter een duidelijk risico dat die oplossingen niet de mensen bereiken die ze het meest nodig hebben. Het aanpakken van digitale uitsluiting en gezondheidsgeletterdheid zijn daarom ook van cruciaal belang om te overwegen bij het opbouwen van een Europese gezondheidsunie van de toekomst.

De leden van EuroHealthNet zijn National Public Health Institutes en regionale gezondheidsautoriteiten. Velen zijn betrokken bij frontliniemaatregelen. Ik zou nog twee punten willen noemen hoe de Europese Gezondheidsunie hun werk kan ondersteunen:

  • Mis- en desinformatie – Een sterk element van het werk van onze leden is de communicatie met het publiek, het begrijpen van hun behoeften en het opbouwen van vertrouwen. Sommigen hebben opgezet eenheden over gedragsinzichten, enquêtes uitgevoerd om de zorgen van mensen te begrijpen, in dialoog te gaan met mensen. In tijden van crisis is het van essentieel belang om uitgebreide en gerichte informatie te geven, om te gaan met de media, enz. Dit hele gebied van communicatie vereist middelen en coördinatie, en moet worden weerspiegeld in de plannen voor een Europese gezondheidsunie, aangezien de lidstaten een veel van elkaar.
  • De Externe evaluatie van het ECDC benadrukte dat Volksgezondheidsstelsels van de lidstaten heb niet de om effectief bij te dragen en te profiteren van de activiteiten van het ECDC. Dit betekent dat oplossingen voor een versterkt ECDC en HERA parallel moeten gaan met maatregelen om PH-systemen in MS te versterken. Ze moeten helpen bij het opbouwen van de nationale en regionale capaciteiten voor bescherming, ziektepreventie en bevordering van gezondheid en gezondheidsgelijkheid. Dit moet natuurlijk gebeuren vanaf lokaal en niet top-down. Voortbouwend op de bestaande expertise, raadplegen en betrekken van lokale autoriteiten bij planning, ontwerp.

Kortom, in het advies van het EESC zou sterker kunnen worden verwezen naar het feit dat de Europese gezondheidsunie gezondheidsongelijkheden centraal stellen in het pakket, Een sterkere focus op psych-sociale factoren zoals geestelijke gezondheid, gendergelijkheid en digitale gezondheidsvaardigheden.

Het moet ook manieren bevatten om aan te pakken: mis- & desinformatie en helpen regionale en nationale volksgezondheidsstelsels opzetten.

Het volledige potentieel van de Recovery & Resilience Facility en eigenlijk de hele Europees semester proces om hieraan bij te dragen, zou ook sterker in het advies naar voren kunnen komen.

Het EuroHealthNet-partnerschap wil graag verder samenwerken met het EESC.