De EU-alliantie voor investeren in kinderen reageert op de goedkeuring van de aanbevelingen van de Raad over de herziening van de doelstellingen van Barcelona
De EU-alliantie voor investeren in kinderen (Alliance) verenigt meer dan 30 Europese netwerken die miljoenen kinderen, gezinnen, professionals en vrijwilligers vertegenwoordigen en zich inzetten om een einde te maken aan kinderarmoede en om het welzijn van kinderen in heel Europa te bevorderen.
In een tijd waarin meer dan een kwart van de kinderen in de EU loopt het risico op armoede en sociale uitsluiting, roepen de Alliantiepartners dringend op tot het opzetten van een ambitieuze Europese zorgstrategie, goed toegerust om resultaten te boeken voor alle kinderen. In combinatie met de juiste tenuitvoerlegging van de Europese kindergarantie kan de strategie politieke inzet en beleids- en begrotingshervormingen in de EU-lidstaten stimuleren ter ondersteuning van de toegang van kinderen tot inclusief, betaalbaar en kwalitatief hoogstaand onderwijs en opvang voor jonge kinderen (OOJK), terwijl het helpt om de levenskwaliteit van kinderen, gezinnen en verzorgers te verbeteren. Om deze reden, terwijl een aantal specifieke problemen worden benadrukt, verwelkomde de Alliantie het voorstel van de Europese Commissie en benadrukte de dringende noodzaak om ambitieuze doelstellingen voor OOJK vast te stellen.
Op 08/12/2022 heeft de EPSCO-Raad de Aanbeveling over de herziening van de Barcelona-doelstellingen inzake onderwijs en opvang voor jonge kinderen. Het document bevat veel van de positieve elementen van de Commissievoorstel, zoals de sterke nadruk op de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de geleverde diensten, de erkenning van de belemmeringen die deelname verhinderen, de noodzaak om concrete steun te bieden aan formele en informele verzorgers, en het voorstel om een wettelijk recht op OOJK in te voeren.
Daarnaast is de aanbeveling miste de essentiële kans om de inzet van de nationale regeringen te tonen om de toegang van kinderen tot OOJK-diensten op nationaal niveau aanzienlijk te verbeteren. Het voorstel van de Europese Commissie beval de lidstaten aan ervoor te zorgen dat tegen 2030 ten minste 50% van de kinderen onder de drie jaar kan deelnemen aan ECEC. De aanbeveling van de Raad heeft deze drempel nu verlaagd tot 45% en een reeks verschillende dynamische doelstellingen vastgesteld voor verschillende groepen landen. Deze ontwikkeling baart ernstige zorgen.
Deze nieuwe dynamische doelstellingen hebben betrekking op lidstaten die de in 2002 vastgestelde doelstellingen van een participatiegraad van 33% in OOJK nog niet hebben bereikt. De overeengekomen tekst beveelt deze lidstaten dan ook aan om de OOJK-deelname te verhogen in verhouding tot hun respectieve huidige participatiepercentages:
- Met ten minste 90% voor lidstaten met een participatiegraad van minder dan 20%
- Met ten minste 45% voor lidstaten met een participatiegraad tussen 20% en 33%
Het nut erkennend van het implementeren van een gerichte aanpak om landen met lagere tarieven te ondersteunen bij het stellen van haalbare doelen, wij geloven dat de Het in de aanbeveling opgenomen kader is ontoereikend en zal de ongelijkheid tussen EU-staten en -regio's waarschijnlijk verder in stand houden. We hebben begrepen dat, volgens het nieuwe systeem:
- Landen met een deelname van minder dan 20% (Slowakije, Tsjechië, Roemenië, Polen, Hongarije en Bulgarije) zullen naar verwachting een gemiddelde 20.3% participatiegraad – in plaats van 45% – in 2030.
- Landen met een participatiegraad tussen 20% en 33% (Kroatië, Litouwen, Oostenrijk, Duitsland, Estland, Cyprus, Letland, Italië, Griekenland, Ierland, Malta) zullen naar verwachting een gemiddelde 38.6% participatiegraad – in plaats van 45% – tegen 2030.
- Van de overige tien landen zal naar verwachting alleen Finland zijn tarief verhogen van 38.1% naar 45%, omdat alle andere landen (Slovenië, Spanje, Zweden, Frankrijk, België, Portugal, Luxemburg, Nederland en Denemarken) al percentages van meer dan 45% registreren.
Dit betekent dat de nieuw voorgestelde algemene doelstelling van 45% slechts betrekking zou hebben op één land, namelijk Finland. Van negen landen wordt niet verwacht dat ze hun toetredingspercentages zullen verbeteren, terwijl de overige zeventien ver onder de hoofddoelstelling van de aanbeveling zullen blijven. Dit is onaanvaardbaar en zal miljoenen kinderen in de hele EU in de steek laten.
Tijdens zo'n fragiel historisch momentum van in elkaar grijpende sociale crises, lijken deze doelen niet de ernst van de uitdagingen weer te geven waarmee gezinnen en kinderen worden geconfronteerd - en de noodzaak van onze samenleving om dringend de toegang van kinderen tot onderwijs en opvang voor jonge kinderen te ondersteunen.
De alliantiepartners streven naar een ambitieus en eerlijk Europa voor kinderen in de vroege kinderjaren, in overeenstemming met de internationale wettelijke verplichtingen die zijn vastgelegd in de EU-Verdragen, het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind en het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met handicaps. De aangenomen aanbeveling belichaamt een gefragmenteerd sociaal Europa zonder de politieke wil om de situatie aan te pakken en een volledig begrip van de fundamentele waarde die voorschools onderwijs speelt bij de ontwikkeling van kinderen en het opbouwen van een rechtvaardigere samenleving. Het staat ook los van de ambities van de EU voor een sociaal rechtvaardig herstel en veerkracht, reactie op en paraatheid bij crises en noodsituaties.
De komende jaren zal de Alliantie eraan werken om te profiteren van de vele waardevolle elementen opgenomen in de aanbeveling en het begrip vergroten van het belang van hoogwaardige OOJK voor kinderen, gezinnen en de samenleving. We zullen er ook voor pleiten dat de lidstaten werken aan de implementatie van ambitieuzere nationale doelen en een tussentijdse evaluatie eisen van de implementatie van de aanbeveling en de voorgestelde doelen.
Vind de reactie en download hier.
Deze verklaring werd onderschreven door de volgende partnerorganisaties van de Alliantie:
- Alliance for Childhood Europese netwerkgroep
- COFACE Families Europa
- Don Bosco Internationaal
- Dynamo Internationaal
- EAPN - Europees netwerk voor armoedebestrijding
- EASPD – Europese vereniging van dienstverleners voor personen met een handicap
- EPA – Europese Oudervereniging
- EPHA - European Public Health Alliance
- Europees netwerk van Roma Grassroots Organizations (ERGO)
- Eurochild
- Eurodiaconia
- EuroHealthNet
- Stichting Leren voor Welzijn
- Maak moeders belangrijk
- Mental Health Europe
- Rode Kruis EU Office
- Red de Kinderen Europa
- SOS Kinderdorpen